‘The Second Quality Construction Company’

door Anne Marie Huibregtse

In 1972 begonnen Viktor en Ina een nieuwe activiteit, die ze weldra 'The Second Quality Construction Company' noemden. Het begon klein, maar nam al gauw wilde proporties aan. Op vlotten langs het schip verrezen wonderbaarlijke bouwsels, drijvende hutten met masten en afdakjes, ladders en wapperende vlaggen als een enorme driedimensionale collage van afgedankte materialen, terwijl er overal woorden, namen en cijfers te zien waren en borden met teksten als 'Unnecessary' of 'Who Needs The Pacific Ocean?'.

Veel van Viktor's bouwmateriaal bestond uit afval, dat hij op straat vond. Het was niet uit gebrek aan geld, maar geïnspireerd door de 19e eeuwse Amerikaanse filosoof Henry David Thoreau, dat Viktor er een sport van maakte om allerlei afgedankt materiaal opnieuw te gebruiken voor zijn 'Second Quality Construction Company'. Vuilniscontainers waren ook een onuitputtelijke bron voor hem. Hij vond het ware goudmijnen, zoals hij zei en benaderde ze soms alsof hij een bank beroofde.

Vlotten
Als basis voor de vlotten gebruikte Viktor boomstammen, lege olievaten en plastic jerrycans (zoals mayonaisecontainers, die hij aantrof bij het afval van cafétaria's). In plaats van touw om alles aan elkaar vast te binden, gebruikte hij nylon kousen en stropdassen, die ruim voor handen waren tussen de restanten na afloop van de dagelijkse Waterloopleinmarkt.
Het vlottenbouwen werd niet minder in de loop van de jaren zeventig. Ze groeiden nu echter meer in de breedte dan in de hoogte. Het gras, de waterplanten en struiken op de vlotten met een steeds wisselende menagerie van katten, duiven, kippen, eenden en soms zelfs zwanen gaven de indruk van een idyllische drijvende tuin.
Scheepsruim
In het blokhutachtige interieur van het schip leefde Viktor met zijn Deense levensgezellin Elisabeth Munck, die inmiddels Ina genoemd werd. Er lag stro op de grond en het rook er naar teer. Het gezonde geluid van hamer en zaag, zoals Ina het eens beschreef, en van schrijf- en naaimachine. Rustige bezigheden, brandend vuur en muziek van Schubert. Vanwege het gebrek aan stromend water, ging Ina naar de toiletten van Tuschinski om haar haren te wassen.
Als afscheidingswand dienden vier aan elkaar gebonden Ikons, ook wel bekend als 'de Grachten panelen', tegenwoordig in bezit van het Amsterdams Historisch Museum.
Het buiten proporties uitgroeiende conglomeraat van vlotten baarde opzien in het Amsterdam van de jaren zeventig en tachtig. Menig voorbijganger bleef geïntrigeerd op de Blauwbrug staan kijken naar de groene oase daar beneden. Op de route van de Amsterdamse rondvaartboten was 'The Second Quality Construction Company' in die jaren de meest gefotografeerde attractie.
De haven-autoriteiten van Amsterdam maakten zo nu en dan bezwaar tegen de zich steeds uitbreidende constructies, maar bij dreigende conflicten was Viktor IV altijd wel voor rede vatbaar. De ruimte die hij kreeg, waardeerde hij zo, dat achterop zijn schip de Nederlandse vlag wapperde met de woorden:
THANK YOU AMSTERDAM

Tegenwoordig, lang na Viktor's dood in 1986, fungeert het schip dat inmiddels gedeeltelijk verbouwd is, als een soort jeugdherberg voor studenten van de Deense Architecten bond. Nog steeds wappert dezelfde vlag achterop het schip.

Ref.: Viktor IV. Ad Petersen & Ina Munck. Ed. Meulenhoff/Landshoff & The Second Quality Construction Company 1988